Voor alle bedrijven waar activiteiten met brandbare of oxiderende gevaarlijke stoffen worden uitgevoerd, geeft PGS 15 de eisen voor een risicobeoordeling specifiek met betrekking tot brandgevaar en de daaruit af te leiden brandbeveiligingsmaatregelen. In deze gedetailleerde gids kunt u in vier eenvoudige stappen te weten komen waar u rekening mee moet houden bij de risicobeoordeling voor brandbeveiliging volgens PGS 15 en hoe u de juiste beschermende maatregelen kunt nemen.
Brandbeveiliging verwijst naar alle maatregelen die de ontwikkeling en uitbreiding van een brand (= vuur en rook) voorkomen (preventieve brandbeveiliging) en de redding van mensen en dieren en effectieve bluswerkzaamheden in geval van brand mogelijk maken (defensieve brandbeveiliging). Bij de planning van een opslagfaciliteit voor gevaarlijke stoffen moet vooral rekening worden gehouden met preventieve brandbeveiliging om mogelijke brandgevaren van de opgeslagen stoffen vooraf tot een minimum te beperken en maatregelen voor te bereiden voor een effectieve brandbestrijding in geval van nood. Er wordt onderscheid gemaakt tussen structurele, technische en organisatorische maatregelen:
Indeling in brandcompartimenten*
Eisen voor bouwmaterialen en componenten
Duur van de brandwerendheid
Veiligheidsafstanden
*Een brandcompartiment is een gebied dat uitbrandt zoals bedoeld in geval van schade en daarom mag het vuur zich niet kunnen uitbreiden naar andere brandcompartimenten.
Brandalarmsystemen
Automatische blussystemen
Bluswatervoorziening
Rook- en warmteafvoersystemen
Alarmplannen
Brandbeveiligingsvoorschriften
Vlucht- en reddingsplannen
Etikettering
Uitvoeren van oefeningen
Maar eerst dit! Om geschikte brandbeveiligingsmaatregelen te kunnen definiëren en implementeren, moet je eerst weten welke gevaren er in je bedrijf te verwachten zijn. Zijn er brandgevaren te verwachten van de gevaarlijke stoffen die in het bedrijf aanwezig zijn? Zo ja, hoe groot is het brandrisico? Dit moet u allemaal bepalen in uw risicoanalyse voor brandbeveiliging.
In ons artikel brandklassen over brandklassen vindt u meer informatie over de relatie tussen brandklassen en blusmiddelen.
Voor bedrijven die met dergelijke stoffen werken, geeft PGS 15) de criteria voor het bepalen van het brandgevaar en hoe het brandrisiconiveau daaruit kan worden afgeleid. Afhankelijk van het niveau van het brandgevaar worden geschikte beschermende maatregelen aanbevolen. De effectiviteit ervan moet door het bedrijf worden gecontroleerd en het hele proces moet worden gedocumenteerd.
Geclassificeerde en geëtiketteerde stoffen zoals ontvlambare vloeistoffen (H 224 - 226) of gassen (H 220 of H221), maar ook producten waaruit gevaarlijke stoffen vrijkomen tijdens activiteiten, worden beschouwd als ontvlambare stoffen in de zin van de TRGS. Een volledig overzicht van de stoffen die onder PGS 15 vallen, is te vinden in hoofdstuk 2 “Definities”.
Hoe een risicobeoordeling voor brandbeveiliging conform PGS 15 uit te voeren in 4 eenvoudige stappen:
De brandrisicobeoordeling moet worden uitgevoerd door een bevoegd persoon als onderdeel van de risicobeoordeling. Er moet rekening worden gehouden met alle relevante factoren voor de ontwikkeling, verspreiding en gevolgen van een brand. Gevaren voor werknemers of andere personen ontstaan met name door rook, andere (giftige) bijproducten van brand, hitte en het falen van onderdelen. Om een goed overzicht te krijgen, moet u uzelf de volgende vragen stellen:
Worden er activiteiten uitgevoerd met ontvlambare of oxiderende gevaarlijke stoffen of kunnen er ontvlambare of oxiderende gevaarlijke stoffen worden geproduceerd of vrijkomen tijdens de activiteiten?
Bestaat er een mogelijkheid om de gevaarlijke stoffen te vervangen of het proces te wijzigen om het gevaar tot een minimum te beperken?
Waar, in welke hoeveelheden en in welke toestand zijn brandbare of oxiderende gevaarlijke stoffen aanwezig?
Wat zijn de gevaarlijke eigenschappen van de gevaarlijke stoffen, wat is het daaruit voortvloeiende brandgevaar en welke brandbijproducten zijn te verwachten?
Onze tip: Raadpleeg de veiligheidsinformatiebladen. Deze bevatten belangrijke veiligheidsrelevante informatie van de leverancier over de betreffende stoffen. Bij het uitvoeren van de beoordeling moet er rekening mee worden gehouden dat er verschillende testparameters kunnen worden gebruikt, afhankelijk van de testmethode.
Welke fysisch-chemische eigenschappen en veiligheidsgerelateerde parameters hebben de ontvlambare stoffen?
z. bijv. voor vaste stoffen/stof: minimale ontstekingstemperatuur van een stoflaag (smeultemperatuur), smeulpunt, zelfontbrandingstemperatuur, calorische waarde, ontstekingstemperatuur
z. bijv. voor vloeistoffen: Vlampunt, brandpunt, ontstekingstemperatuur
z. B. voor gassen: Ontvlambaarheid (combustibility), explosiegrenzen, minimale ontstekingsenergie, verbrandingssnelheid
Welke invloed hebben de gebruikte arbeidsmiddelen of systemen en hun werkwijze?
Welke invloed hebben structurele, lokale en operationele omstandigheden, evenals arbeidsomstandigheden, organisatie en omgeving op het brandrisico?
Zijn er mogelijke wisselwerkingen?
Hoe moet het brandgevaar worden beoordeeld, rekening houdend met verschillende bedrijfsomstandigheden?
Dit omvat normale werking, inbedrijfstelling en buitengebruikstelling van systemen of arbeidsmiddelen, bedrijfsstoringen, voorzienbare onjuiste werking.
Zijn er bedrijfsomstandigheden die speciale maatregelen vereisen?
Deze omvatten Onderhoud (service, inspectie, reparatie, verbetering) en inbedrijfstelling en buitenbedrijfstelling van veiligheidsapparatuur.
Welke mensen worden op locatie verwacht en in welke aantallen?
Moet er rekening worden gehouden met speciale werkomstandigheden (bijvoorbeeld lange of onduidelijke vluchtroutes of werk op steigers)
Hoe snel kan de brandweer ter plaatse zijn en welke uitrusting hebben ze?
Hoe moeten de fysieke randvoorwaarden worden beoordeeld?
z. bijv. temperatuur, luchtstromen, vochtigheid, volume van de ruimte, oppervlakte van de ruimte, hoogte van de ruimte.
Wordt er gewerkt met open vuur of hoge temperaturen?
Kunnen er ontstekingsbronnen ontstaan door andere dan de bedoelde bedrijfsomstandigheden?
Zijn er effecten van elektrische, mechanische, chemische en/of thermische energie?
Hoe effectief zijn de ontstekingsbronnen?
Wat zijn de bouwvoorschriften voor preventieve en defensieve brandbeveiliging?
Zijn de vereisten al bekend uit eerdere rapporten?
z. bijv. uit brandbeveiligingsrapporten, brandbeveiligingsconcepten in overeenstemming met de bouwvergunning, risicobeoordelingen, veiligheidsrapporten in overeenstemming met artikel 9 van de verordening inzake gevaarlijke incidenten, enz.
Of er speciale brandbeveiligingsmaatregelen nodig zijn volgens PGS 15 hangt grotendeels af van de mate van brandgevaar. De PGS maakt onderscheid tussen normaal brandgevaar, verhoogd brandgevaar en groot brandgevaar. Bij normaal brandgevaar zijn speciale beschermende maatregelen volgens PGS 15 niet nodig. Er is ook geen gedetailleerde documentatie nodig. Alles wat het normale brandgevaar overschrijdt, geeft aanleiding tot speciale beschermende maatregelen volgens PGS 15. Dit is afhankelijk van de aanwezigheid of het gebruik van gevaarlijke stoffen op de werkplek.
Het normale brandgevaar komt overeen met het “lage gevaar” zoals gedefinieerd in de Arbo. Het brandgevaar in een kantoor wordt vaak gebruikt als referentiewaarde.
Er is sprake van normaal brandgevaar als
brandbare of oxiderende gevaarlijke stoffen slechts in kleine hoeveelheden aanwezig zijn
en de waarschijnlijkheid van brandontwikkeling, de snelheid van branduitbreiding en het bijbehorende risico voor werknemers en andere personen relatief laag zijn, bijvoorbeeld in een kantooromgeving.
Er is sprake van verhoogd brandgevaar als aan één criterium van normaal brandgevaar niet wordt voldaan of als niet aan alle criteria van zeer brandgevaarlijk wordt voldaan.
Een hoog brandgevaar is te verwachten, bijvoorbeeld in opslagfaciliteiten voor ontvlambare of oxiderende gevaarlijke stoffen of bij het werken met oxiderende, licht ontvlambare, zeer licht ontvlambare of spontaan ontvlambare gevaarlijke stoffen in afgesloten ruimten.
Er bestaat groot brandgevaar als
ontvlambare of oxiderende gevaarlijke stoffen aanwezig zijn in meer dan kleine hoeveelheden,
de kans groot is dat er brand uitbreekt
en een snelle en oncontroleerbare verspreiding van vuur of een sterke afgifte van rook of hitte te verwachten is.
Die zu treffenden Schutzmaßnahmen richten sich nach dem Grad der Brandgefährdung. Bei normaler Brandgefährdung sind über die allgemeinen Grundpflichten hinaus keine zusätzlichen Maßnahmen erforderlich. Bei erhöhter oder hoher De beschermende maatregelen die moeten worden genomen, hangen af van de mate van brandgevaar. In het geval van een normaal brandrisico zijn er geen extra maatregelen nodig bovenop de algemene basisverplichtingen. Bij een verhoogd of hoog brandrisico moeten maatregelen worden genomen die verder gaan dan het “normale geval” en de algemene basisverplichtingen. In overeenstemming met de vervangingseis van de GefStoffV moet eerst worden gecontroleerd of het gebruik van brandbare of oxiderende stoffen kan worden voorkomen of geminimaliseerd. Als vervanging niet mogelijk is, moet het brandgevaar worden beperkt door passende beschermende maatregelen, zodanig dat de bescherming van werknemers en andere personen gewaarborgd is. De maatregelen moeten de volgende doelstellingen nastreven
gevaarlijke hoeveelheden of concentraties van gevaarlijke stoffen vermijden die tot brand- of explosiegevaar kunnen leiden
het vermijden van ontstekingsbronnen of andere omstandigheden die brand of explosies kunnen veroorzaken
de gevolgen van branden of explosies voor de gezondheid en veiligheid van werknemers en anderen tot een minimum beperken
Bij het plannen van een opslagvoorziening voor gevaarlijke stoffen moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met de volgende aspecten (let op: de genoemde maatregelen voor verhoogd of hoog brandgevaar zijn deels op elkaar gebaseerd. Maatregelen voor verhoogd brandgevaar kunnen maatregelen voor verhoogd brandgevaar vervangen):
Als uit de beoordeling blijkt dat er alleen normaal brandgevaar is, zijn er geen aanvullende maatregelen volgens PGS 15 vereist. Aangenomen wordt dat de bescherming van werknemers en andere personen door maatregelen in overeenstemming met de arbeidsplaatsverordening, de industriële veiligheidsverordening en de bouwvoorschriften voldoende is. Als echter tijdelijk activiteiten met een verhoogd of hoog brandrisico worden uitgevoerd in ruimten met een normaal brandrisico, moeten de noodzakelijke maatregelen opnieuw worden gespecificeerd.
Structurele brandbeveiliging
Ruimtelijke scheiding door veiligheidsafstanden of beschermingsafstanden
Voldoende gedimensioneerde structurele scheiding in termen van brandbeveiliging
Indien nodig, verhoging van de stabiliteit door voldoende brandwerendheid
Gebruik van een afgesloten omhulsel met verhoogde weerstand (bijv. verpakking toegestaan onder wetgeving gevaarlijke goederen)
Technische brandbeveiliging
Vermijden van ontstekingsbronnen
Gebruik van meet-, controle- en regelapparatuur, bijv. temperatuurbewaking, automatische uitschakeling
Adequate bliksem- en overspanningsbeveiliging (intern, extern)
Geschikte branddetectie
Rook- en warmteafvoersystemen
Rookafzuigingsapparatuur, vorming van rookcompartimenten
Indien nodig, voorziening van speciale blusmiddelen
Videobewaking voor vroegtijdige branddetectie
Organisatorische brandbeveiliging
Vermijden van ontstekingsbronnen
Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen om ontstekingsbronnen te voorkomen
Naleving van speciale vereisten voor apparaten, bijv. IP-bescherming
Etikettering met waarschuwingsbord W 001 “ontvlambare stoffen
Verbod op vuur en open vuur, rookverbod
Toepassing van werkvrijgaveprocedures (bijv. voor activiteiten met open vuur, werken met zuivere zuurstof)
Verbod op alleen werken
Zorgen voor adequaat toezicht
Controles op vroegtijdige branddetectie door rondleidingen of aanwezigheid van personeel
Organisatorische brandbeveiliging en blusmaatregelen
Training van een groter aantal werknemers om branden te bestrijden
Inkorten van vluchtwegen, extra nooduitgangen, extra vluchtroute
Evacuatieoefeningen
Inrichting van verzamelpunten
Structurele brandbeveiliging
Verdeling van brandbare stoffen in brandwerende gescheiden gebieden
Brandveilig ontwerp van de behuizingen als installatiecomponenten
Gebruik van dubbelwandige systemen
Vergroting van de stabiliteit door voldoende brandwerendheid
Insluitgebieden, retentiesystemen, afvoer in een veilig gebied
Technische brandbeveiliging
Voorkomen dat ontstekingsbronnen het inwendige van systemen binnendringen door technische maatregelen
Inertisering, zuurstofreductie
Alomvattend of gebouwgebonden brandmeldsysteem (FAS) met brandalarmcontrole en alarmering van werknemers of de brandweer
Alarmering (met behulp van technische apparatuur zoals visuele/akoestische alarmen, enz.)
Verhoogde stabiliteit door koeling, sprinklersystemen
Blussystemen
Lekdetectie
Organisatorische brandbeveiliging
Toegangscontrole
Gecoördineerde operationele brandbestrijdingsmaatregelen (bijv. bedrijfs- of fabrieksbrandweer)
Mensen aanwijzen die de ontsnapping uit het gebouw organiseren
Voorziening van speciale hulpmiddelen, bijv. vluchtmutsen, scharnierende masten, langdurige adembescherming
Creëren van beschermde gebieden (bijv. reddingscontainers)
De doeltreffendheid van de beschermende maatregelen moet ook worden gecontroleerd als onderdeel van de risicobeoordeling. Omdat dit in de praktijk moeilijk is voordat er een daadwerkelijke brand is, moet er een theoretische schatting worden gemaakt. De geselecteerde beschermende maatregelen moeten worden gecontroleerd om te zien of verwacht kan worden dat ze afzonderlijk of in combinatie het gewenste succes bereiken, en moeten ook worden geanalyseerd op mogelijke negatieve interacties. Zodra zich proceswijzigingen of andere relevante veranderingen voordoen, moet de risicobeoordeling worden bijgewerkt en moeten, indien nodig, de brandbeveiligingsmaatregelen worden aangepast. Technische beschermingsmaatregelen moeten ook regelmatig aan functionele tests worden onderworpen. Volgens PGS 15 moeten deze om de drie jaar worden uitgevoerd of met kortere tussenpozen als dit is bepaald op basis van de risicobeoordeling. De resultaten van de risicobeoordeling en de regelmatige functionele tests moeten in een geschikte vorm worden gedocumenteerd.
De risicobeoordeling voor brandbeveiliging is een essentieel proces voor bedrijven waar activiteiten met brandbare of oxiderende gevaarlijke stoffen worden uitgevoerd. PGS 15 specificeert de eisen voor het bepalen van brandgevaren en het afleiden van geschikte brandbeveiligingsmaatregelen. Bij de beoordeling moet rekening worden gehouden met verschillende aspecten, zoals bouwkundige, installatietechnische en organisatorische brandbeveiliging. Afhankelijk van het brandrisico worden geschikte beschermende maatregelen aanbevolen, die door het bedrijf moeten worden gecontroleerd en gedocumenteerd. Regelmatige functionele tests van de technische beschermingsmaatregelen zijn ook nodig om de effectiviteit van de maatregelen te garanderen.
De verantwoordelijkheid voor brandveiligheid op de werkplek ligt bij de werkgever. De werkgever is wettelijk verantwoordelijk voor de gezondheid en veiligheid van zijn werknemers op de werkplek, inclusief brandveiligheid. Afhankelijk van het land en de wetgeving kan de verantwoordelijkheid voor de brandveiligheid op de werkplek echter ook worden overgedragen aan bepaalde specialisten of bevoegde vertegenwoordigers.
De werkgever is verantwoordelijk voor het opstellen van de risicoanalyse van de brandveiligheid. De risicoanalyse kan worden uitgevoerd door een interne arbeidsveiligheidsspecialist of externe brandbeveiligingsspecialisten. Het doel is om potentiële brandgevaren te herkennen en geschikte beschermende maatregelen te nemen om de veiligheid van werknemers te garanderen.
Een risicobeoordeling van de brandveiligheid wordt uitgevoerd om potentiële brandgevaren en -risico's op de werkplek of in een faciliteit te identificeren en passende beschermende maatregelen te nemen. De belangrijkste doelstellingen van een dergelijke beoordeling zijn:
De gevaren identificeren: het doel van de beoordeling is om alle potentiële brandgevaren in een werkgebied of faciliteit te identificeren. Dit omvat bijvoorbeeld brandbare materialen, elektrische apparatuur, verwarmingssystemen of andere hitte- en brandbronnen.
Risicoanalyse: de beoordeling evalueert de kans dat er brand uitbreekt en de mogelijke gevolgen voor werknemers, bezoekers, gebouwen en het milieu.
Beschermende maatregelen bepalen: op basis van de geïdentificeerde gevaren en risico's worden de juiste maatregelen en voorzorgsmaatregelen genomen om brand te voorkomen of de verspreiding ervan te beperken. Dit kunnen brandblussers, brandalarmsystemen, nooduitgangen, brandbarrières en personeelstraining zijn.
De veiligheid van werknemers garanderen: het belangrijkste doel van de risicobeoordeling voor brandveiligheid is het waarborgen van de veiligheid en gezondheid van werknemers. Door potentiële brandgevaren te identificeren en te beheersen, kunnen ongevallen worden voorkomen en evacuatie- en reddingsmaatregelen worden geoptimaliseerd.
Voldoen aan wettelijke vereisten: in veel landen en rechtsgebieden zijn werkgevers wettelijk verplicht om een risicobeoordeling brandveiligheid uit te voeren om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan hun verplichtingen op het gebied van gezondheid en veiligheid op het werk en brandveiligheid.
Ja, brandveiligheid is een belangrijk onderdeel van gezondheid en veiligheid op het werk. Gezondheid en veiligheid op het werk omvat alle maatregelen en activiteiten die gericht zijn op het waarborgen van de gezondheid en veiligheid van werknemers op het werk. Dit omvat verschillende aspecten zoals het voorkomen van ongevallen, het minimaliseren van gezondheidsrisico's, het ergonomisch ontwerp van werkplekken en brandbeveiliging.
Het doel van brandveiligheid is brand voorkomen, de verspreiding ervan beperken en zorgen voor evacuatie en redding in geval van brand. Aangezien brand op de werkplek een aanzienlijk risico vormt voor de gezondheid en veiligheid van werknemers en ook schade aan eigendommen kan veroorzaken, is brandbeveiliging een centraal onderdeel van gezondheid en veiligheid op het werk.
De technische informatie op deze pagina is met zorg en naar ons beste weten en overtuiging samengesteld. Niettemin kan DENIOS B.V. geen enkele garantie of aansprakelijkheid aanvaarden, contractueel, rechtmatig of anderszins, voor de actualiteit, volledigheid en correctheid, noch jegens de lezer, noch jegens derden. Het gebruik van de informatie en inhoud voor eigen of derde doeleinden is dan ook voor eigen risico. Neem in ieder geval de plaatselijk en actueel geldende wetgeving in acht.
Bel ons of mail naar info@denios.nl en wij helpen u graag verder.
Let op: vanwege de feestdagen kan het zijn dat uw bestelling later geleverd wordt dan u van ons gewend bent. Wij bedanken u voor uw begrip.