Waar denkt u aan als u het woord “toegangscontrole” hoort? Vaak denkt u aan scenario's als diefstal van waardevolle spullen of vandalisme. Maar denkt u ook aan uw gevaarlijke stoffen? Bedrijven die gevaarlijke stoffen verwerken en opslaan, hebben ook de verantwoordelijkheid om deze te beschermen tegen ongeoorloofde toegang. Met passende toegangsbeperkingen zorgt u er niet alleen voor dat onbevoegde toegang (bijv. diefstal of manipulatie) wordt bemoeilijkt. Ze voorkomen ook dat onbevoegde werknemers toegang krijgen tot gevaarlijke stoffen of gevoelige werkgebieden. In onze praktische gids beantwoorden we enkele belangrijke vragen.
De verordening gevaarlijke stoffen bepaalt in het algemeen dat de werkgever het aantal werknemers dat wordt of kan worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen moet beperken. Hij moet ook doeltreffende voorzorgsmaatregelen nemen om verkeerd gebruik of misbruik te voorkomen. Werkgevers zijn daarom in de eerste plaats in het algemeen verplicht om ervoor te zorgen dat de gevaarlijke stoffen die in het bedrijf aanwezig zijn, veilig worden opgeslagen. De precieze manier waarop dit moet gebeuren, wordt slechts voor bepaalde gevallen in detail gespecificeerd. De PGS en de Technische Regels voor Gevaarlijke Stoffen specificeren bijvoorbeeld de noodzaak van (uitgebreide) toegangscontrole voor bepaalde gevaarlijke stoffen en/of gevaarlijke situaties. Voorbeelden hiervan zijn
Arbowet:
"De werkgever moet ervoor zorgen dat stoffen en mengsels die zijn ingedeeld als acuut giftig categorie 1, 2 of 3, specifiek doelorgaantoxisch categorie 1, kankerverwekkend categorie 1A of 1B of kiemcelmutageen categorie 1A of 1B worden bewaard of opgeslagen achter slot en grendel of op zodanige wijze dat alleen bevoegde en betrouwbare personen toegang hebben. Werkzaamheden met deze stoffen en mengsels mogen alleen worden uitgevoerd door gespecialiseerde of speciaal geïnstrueerde personen. De tweede zin is ook van toepassing op werkzaamheden met stoffen en mengsels die zijn ingedeeld als giftig voor de voortplanting, categorie 1A of 1B, of als inhalatieallergenen. De eerste en tweede zin zijn niet van toepassing op brandstoffen in tankstations of andere tankinstallaties of op stoffen en mengsels die zijn ingedeeld als acuut giftig, categorie 3, indien deze eerder als schadelijk voor de gezondheid zijn beoordeeld overeenkomstig Richtlijn 67/548/EEG of Richtlijn 1999/45/EG. Wat de beoordeling als schadelijk voor de gezondheid betreft, wordt rekening gehouden met de desbetreffende voorschriften en bevindingen die overeenkomstig artikel 20, lid 4, nummer 1, zijn gepubliceerd."
De werkgever moet organisatorische maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat alleen bevoegde personen toegang hebben tot het magazijn. Bevoegde personen moeten worden aangewezen en regelmatig door de werkgever worden geïnstrueerd. Het verbod moet duidelijk en permanent worden aangegeven met het verbodsbord D-P006 “Toegang voor onbevoegden verboden” conform ASR A1.3. [De [...] voorschriften zijn van toepassing op de opslag van gevaarlijke stoffen met de volgende eigenschappen die in hoeveelheden van meer dan 200 kg per stuk worden opgeslagen: acuut toxische eigenschappen (geëtiketteerd met H300, H301, H310, H311, H330 of H331) of zeer vergiftig of vergiftig (gekenmerkt met een van de R-zinnen R23 tot en met R28, met inbegrip van de bijbehorende combinatie R-zinnen), bijzondere vergiftige eigenschappen (gekenmerkt met H370, H372 met uitzondering van niet-ontvlambare vaste stoffen die alleen schadelijk zijn bij inademing, of R39 of R48) [voor meer zie TRGS 510 paragraaf 5.1]. Voor hoeveelheden tussen de in 4.3.1 vermelde grenswaarde en 200 kg moeten de maatregelen worden vastgesteld op basis van de risicobeoordeling.“ PGS : ”[Acuut toxische stoffen] moeten achter slot en grendel worden bewaard of zodanig worden opgeslagen dat alleen bevoegde en betrouwbare personen toegang hebben. Hieraan kan worden voldaan door opslag in een geschikte afsluitbare kast, opslag in een afsluitbaar gebouw of ruimte** als het gebouw door verschillende groepen wordt gebruikt, of opslag op een locatie met een omheining en toegangscontrole, waaronder een industrieterrein. [...] De [...] voorschriften zijn van toepassing op de opslag van acuut toxische (geëtiketteerd met H300, H301, H310, H311, H330 of H331) of toxische of zeer toxische (geëtiketteerd met een van de R-zinnen R23 tot R28) vloeistoffen en vaste stoffen die zijn opgeslagen in hoeveelheden van meer dan 200 kg. [Voor hoeveelheden van meer dan 50 tot en met 200 kg moeten de maatregelen worden vastgesteld op basis van de risicobeoordeling.“
TRGS 510, paragraaf 10 ”Acuut giftige gassen van de categorieën 1 tot en met 3 of zeer giftige/toxische gassen (gekenmerkt met H330 of H331 of R23 of R26) moeten achter slot en grendel worden bewaard of opgeslagen of op zodanige wijze dat alleen bevoegde en betrouwbare personen toegang hebben.”
Bijlage 1, Arbowet :
"Het moet onbevoegden verboden zijn ruimten met brand- en explosiegevaar te betreden. De verboden moeten duidelijk en permanent zijn aangegeven. [...] De werkgever kan werkzaamheden met gevaarlijke stoffen die tot brand- en explosiegevaar kunnen leiden, opdragen aan betrouwbare werknemers die bekend zijn met de werkzaamheden, de daaraan verbonden gevaren en de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen en dienovereenkomstig zijn geïnstrueerd. “*
PGS 15:
Stoffen met een hoog risico volgens §§10, 11 Verordening van Gevaarlijke stoffen inclusief bijv. brand- en explosiegevaar ”De werkgever moet passende maatregelen nemen om te waarborgen dat werkruimten alleen toegankelijk zijn voor werknemers die deze moeten betreden om hun werk uit te voeren of om bepaalde taken uit te voeren**. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een vergunnings- en identiteitskaartprocedure. Registratieboeken en registratiekaarten, die worden bewaard op een centraal contactpunt in het bedrijf [...], hebben hier hun waarde bewezen. Sleutels, transponders of magneetkaarten voor bevoegde personen kunnen ook worden gebruikt. [Afgesloten opslag kan de vorm aannemen van afgesloten werkruimten en opslagruimten (sleutels, codekaarten, transponders, RFID) of afgesloten kasten**. Hiervoor kan ook een afgesloten, gecontroleerd bedrijfsterrein worden gebruikt."
PGS 15, paragraaf 5
"De werkgever moet organisatorische maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat alleen bevoegde personen toegang hebben tot het magazijn. Bevoegde personen moeten worden aangewezen en regelmatig door de werkgever worden geïnstrueerd. Het verbod moet duidelijk en permanent worden aangegeven met het verbodsbord D-P006 “Geen toegang voor onbevoegden” overeenkomstig ASR A1.3. [...] De [...] voorschriften zijn van toepassing op de opslag van gevaarlijke stoffen met de volgende eigenschappen, die in hoeveelheden van meer dan 200 kg per stuk worden opgeslagen: [...] oxiderende vloeistoffen of vaste stoffen (geëtiketteerd als H271 of H272) of oxiderende (geëtiketteerd als R8 of R9), ontvlambare gassen (geëtiketteerd als H220 of H221 of R12) of oxiderende gassen (geëtiketteerd als H270 of R8), ontvlambare vloeistoffen (geëtiketteerd als H224, H225 of H226). [...] Voor hoeveelheden tussen de in 4.3.1 vermelde grenswaarde en 200 kg moeten de maatregelen worden vastgesteld op basis van de risicobeoordeling."
Werkgevers moeten er in het algemeen voor zorgen dat gevaarlijke stoffen veilig worden opgeslagen en dat misbruik wordt voorkomen. Hoewel toegangscontrole of afsluitbare opslag alleen specifiek vereist is voor bepaalde gevaarlijke stoffen, moet altijd een risicobeoordeling worden uitgevoerd om na te gaan of toegangscontrole (bijv. door middel van afsluitbaarheid of aanvullende maatregelen) moet worden gebruikt als een effectieve maatregel om te voldoen aan de verplichtingen van de werkgever volgens de ARBO wet. Indien nodig kunnen de veiligheidsinformatiebladen van de op te slaan gevaarlijke stoffen informatie verschaffen. Er is ook een overeenkomstige passage in PGS 15, die bepaalt dat activiteiten met betrekking tot de opslag van gevaarlijke stoffen alleen mogen worden toegewezen aan geïnstrueerde werknemers die bekend zijn met de activiteiten, de gevaren en de noodzakelijke beschermingsmaatregelen. Dit geldt voor alle gevaarlijke stoffen die volgens de PGS 15 opgeslagen moeten de juiste stofafhankelijke hoeveelheidsgrenzen in acht worden genomen). Alles moet schriftelijk worden vastgelegd in bedieningsinstructies en werknemers moeten dienovereenkomstig worden geïnformeerd en geïnstrueerd. Organisatorische maatregelen kunnen praktisch worden geïmplementeerd of ondersteund met technische toegangscontrole. ARBO wet is ook van mening dat toegangsbeperkingen voldoen aan essentiële veiligheidsdoelstellingen: volgens de ARBO wet kan het beperken van het aantal personen in het magazijn en het voorkomen van onbevoegde toegang (bijv. diefstal of manipulatie) worden bereikt door de toegang tot het magazijn voor gevaarlijke stoffen te beperken. Bevoegde personen moeten worden aangewezen en regelmatig worden geïnstrueerd door de werkgever. Bovendien moet het magazijn duidelijk en permanent gemarkeerd zijn met het verbodsbord “Verboden toegang voor onbevoegden” (P006). Bovendien moeten organisatorische maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat alleen bevoegde personen toegang hebben tot het magazijn (bv. vergrendeling van poorten en deuren aan het einde van de werkzaamheden).
Om organisatorische maatregelen in overeenstemming met uw risicobeoordeling technisch goed te ondersteunen, bieden wij u in ons uitgebreide assortiment tal van toegangscontroleoplossingen voor opslag- en werkruimten. Te beginnen met onze technische ruimtesystemen, die standaard zijn voorzien van inbraakbeveiliging en een groot aantal extra uitrustingsopties bieden voor nog meer veiligheid.
Onze technische ruimtesystemen hebben standaard inbraakbeveiliging tot weerstandsklasse RC 4 conform DIN EN 1630. Daarnaast kun je uit een uitgebreid assortiment optionele bewakingstechnologie de juiste modules kiezen om je systeem nog veiliger te maken. Bijvoorbeeld:
Oplossingen voor toegangscontrole via RFID-lezer
DENIOS connect digitale statusbewaking maakt automatische meldingen mogelijk zodra de deurcontactschakelaar een ongewone opening van het magazijn registreert (configureerbaar als tijdsinterval, bijv. 22:00 - 06:00).
Belangrijk: Bij de opslag van brandbare stoffen moet ook rekening worden gehouden met explosiebeveiliging.
Heeft u persoonlijk advies nodig? Neem dan contact met ons op! Ons team van experts adviseert u graag over je opties.
Wist u dat? De Europese normenreeks DIN EN 1627 ff “Inbraakwerendheid” beschrijft een classificatie van gevarenzones, evenals de technische vereisten voor een systeem die voortvloeien uit de afzonderlijke testmethoden van de daaropvolgende normen (EN 1628 tot EN 1630). De verschillende testmethoden worden als volgt in detail beschreven:
Norm | Testprocedure |
---|---|
EN 1628 | Testmethode voor het bepalen van de weerstand onder statische belasting. Door statische belasting toe te passen, worden drukkrachten opgewekt en dus worden de basissterktes getest. |
EN 1629 | Testmethode voor het bepalen van de weerstand onder dynamische belasting. Er wordt een impactlichaam gebruikt om belastingen te simuleren die vergelijkbaar zijn met een trap of schouderworp. |
EN 1630 | Testmethode voor het bepalen van de weerstand tegen manuele inbraakpogingen die worden gesimuleerd onder laboratoriumomstandigheden. |
Weerstandsklasse | Weerstandstijd | Maximale totale testtijd | Type dader en delictgedrag |
---|---|---|---|
RC 1 N | - | - | Basisbescherming tegen pogingen tot inbraak met fysiek geweld (voornamelijk vandalisme) |
RC 2 N | 3 Minuten | 15 Minuten | Incidentele overtreder - aanvullend gebruik van eenvoudig gereedschap zoals schroevendraaier, tang en wig (standaard vensterglas) |
RC 2 | 3 Minuten | 15 Minuten | Incidentele overtreders - aanvullend gebruik van eenvoudige gereedschappen zoals schroevendraaiers, tangen en wiggen (veiligheidsbeglazing conform EN 356 is vereist vanaf deze klasse)) |
RC 3 | 5 Minuten | 20 Minuten | Veelpleger - extra gebruik van een tweede schroevendraaier en een koeienpoot |
RC 4 | 10 Minuten | 30 Minuten | Ervaren dader - aanvullend gebruik van zaag- en slaggereedschap zoals bijl, beitel, hamer en beitel en een accuboormachine |
RC 5 | 15 Minuten | 40 Minuten | Ervaren dader - extra gebruik van elektrisch gereedschap zoals een boormachine, decoupeerzaag of reciprozaag en haakse slijper (max. schijfdiameter 125 mm) - beglazing moet bestand zijn tegen directe aanval tijdens de test |
RC 6 | 20 Minuten | 50 Minuten | Ervaren dader - extra gebruik van krachtiger elektrisch gereedschap zoals een boormachine, decoupeerzaag of reciprozaag en haakse slijper (max. schijfdiameter 230 mm) - beglazing moet bestand zijn tegen directe aanval tijdens de test |
Maar zelfs als u geen grote opslagfaciliteit nodig hebt, bieden onze opslagoplossingen voor kleinere hoeveelheden gevaarlijke stoffen een veilige bescherming tegen onbevoegde toegang: onze veiligheidsopslagkasten, opslagdepots voor gevaarlijke stoffen en gascilinderopslagfaciliteiten zijn standaard uitgerust met vergrendelingssystemen. In onze online shop vindt u ook borden voor de noodzakelijke markering van verboden gebieden, deurbeschermers en elektronische deursloten voor montage achteraf, evenals sleutelkastjes voor het veilig opbergen van sleutels.
De technische informatie op deze pagina is met zorg en naar ons beste weten en overtuiging samengesteld. Niettemin kan DENIOS B.V. geen enkele garantie of aansprakelijkheid aanvaarden, contractueel, rechtmatig of anderszins, voor de actualiteit, volledigheid en correctheid, noch jegens de lezer, noch jegens derden. Het gebruik van de informatie en inhoud voor eigen of derde doeleinden is dan ook voor eigen risico. Neem in ieder geval de plaatselijk en actueel geldende wetgeving in acht.
Bel ons of mail naar info@denios.nl en wij helpen u graag verder.
Let op: vanwege de feestdagen kan het zijn dat uw bestelling later geleverd wordt dan u van ons gewend bent. Wij bedanken u voor uw begrip.